Foyer heeft al verschillende publicaties uitgebracht. Hieronder vind je een overzicht van al onze publicaties. Interesse om een boek te kopen? Neem contact op via secretariaat@foyer.be of 02/411.74.95 voor de beschikbaarheid en prijzen!
Raadpleeg de publicatie hier online!
Wie geïnteresseerd is in hoe sommige maatregelen inzake inclusiebeleid in de periode 1989 tot 2003 ontstaan zijn en die de context wil kennen van waaruit ze kunnen begrepen worden, kan hier kennis nemen met mijn Memoires. Die memoires zijn grotendeels gebaseerd op de archieven die men kan aantreffen onder mijn naam op KADOC in Leuven en op de Foyer.
Zijn die memoires relevant voor een begrijpen van die periode op vlak van inclusiebeleid? Ik denk het wel. Ze zijn geschreven door iemand die, na directeur geweest te zijn van Foyer vzw in Molenbeek (1981-1989), kabinetschef is geworden van de Koninklijke Commissaris voor het Migrantenbeleid (1989-1993) en eerste directeur van het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding (1993-2003).
Ik probeer in mijn Memoires zakelijk neer te schrijven wat ik in de archieven gevonden heb en hoe ik het, de documenten nu herlezend, denk het ervaren te hebben. Uiteraard zit in die dozen in KADOC nog veel meer materiaal, maar ik heb echt gezocht om eruit te halen wat me relevant lijkt.
Wat vooral opvalt, in enkele woorden? De centrale plaats van de nationaliteitsverwerving en in tweede orde van het islam-debat, vervolgens het feit dat men de gelijkwaardigheid tussen mensen in de samenleving wou beschermen. Om dit aan te pakken, viel op hoeveel belang men hechtte aan het georganiseerde overleg tussen al de betrokken kabinetten onder voorzitterschap van de Premier. Wat ontbrak? Wellicht vooral het verband tussen migratiebeheersing en inclusie-acceptatie.
Deze publicatie is ook beschikbaar in het Frans.
Hun leven, achtergrond en uitdagingen
In de lente van 2015 merkten sociale en preventiewerkers de aanwezigheid op van families in het Kuregemse Dauwpark die erg sterk deden denken aan de reeds aanwezige Roma-groepen. Nochtans spraken ze een voor hen onbekende taal. Dit bleek het Domari te zijn, de taal van de Doms uit het Midden-Oosten. Zo realiseerde men zich dat tussen de duizenden Syrische oorlogsvluchtelingen die zich in Brussel vestigden, een groot aantal Doms aanwezig waren, de ‘Roma’ uit het Midden-Oosten.
Deze groep stond in verschillende domeinen veraf van de Brusselse samenleving en er was nog een hele weg voor de boeg naar een duurzame inclusie. Enkele organisaties en gemeenten waar vele Doms woonden begonnen hen specifieke aandacht te schenken en met hen te werken.
Dit boek geeft een beknopt beeld over de Syrische Doms en hoe ze zich trachten staande te houden tussen hun verleden en het heden. Waar liggen hun origines? Hoe was hun situatie in Syrië? Wat weten we over hun moedertaal? Welke migratieroutes gebruikten ze om West-Europa te bereiken? Eenmaal in België worden ze geconfronteerd met de noodzaak om de kinderen naar school te sturen, werk te zoeken, enz. Hoe vergaat het hen hierbij? Wat loopt er moeilijk en welke zijn de uitdagingen? Welke hoopvolle initiatieven bestaan er al in Brussel?
Geestelijke gezondheidsproblemen zijn vaak taboe en moeilijk bespreekbaar, ook in niet-Westerse culturen. Kunnen praten in de moedertaal kan drempelverlagend werken. Een intercultureel bemiddelaar (ICB) kan een waardevolle schakel zijn tussen cliënt en hulpverlener, omdat die beiden meer culturele duiding kan geven.
Het uiteindelijke doel van het werken met een ICB is het verstrekken van kwaliteitsvolle geestelijke gezondheidszorg, onafhankelijk van taalkennis en culturele achtergrond. Een goede samenwerking tussen een hulpverlener, een ICB en een cliënt bevordert de kwaliteit van de zorgverlening en de tevredenheid van de cliënt. Ze zorgt voor een hogere slaagkans van de behandeling en er is minder kans op terugval wanneer de drie partijen elkaar begrijpen.
We willen ook de plaats en de rol van de hulpverlener benadrukken. De hulpverlener blijft de verantwoordelijke voor de behandeling van de geestelijke gezondheidstoestand van de cliënt. Een intercultureel bemiddelingsgesprek vraagt ook een extra inspanning van de hulpverlener. Mede door de getuigenissen in dit boekje, willen we hulpverleners sensibiliseren en aanmoedigen om gebruikt te (blijven) van een ICB.
In een nog steeds diverser wordende samenleving is de inzet van interculturele bemiddeling onmisbaar voor een efficiënte begeleiding in de geestelijke gezondheidszorg.
In deze publicatie willen we je graag meenemen naar enkele interventies van de interculturele bemiddelaars.
De taak van de bemiddelaar is niet alleen een communicatiebrug bouwen tussen de verschillende partijen; het is ook proberen elk van de partijen mee te krijgen in het verhaal, zodat alle betrokkenen zich erkend en gehoord voelen. Het is bouwen aan een vertrouwensrelatie met patiënten of cliënten die zonder die bijzondere band de stap naar hulpverlening vaak niet zouden zetten. Het is ook bouwen aan een vertrouwensrelatie met de hulpverlener, want een geslaagde bemiddeling is echt ‘teamwork’.
De bemiddelaars zelf moeten zich daarbij zodanig opstellen dat hun aanwezigheid wordt gerespecteerd, zonder dat de schijnwerpers op hen gericht worden. Toch willen we met deze verhalen die schijnwerpers wel eens op de bemiddelaars richten, en hen laten getuigen over de manier waarop zij bepaalde situaties hebben ervaren.
De getuigenissen maken duidelijk dat de intercultureel bemiddelaars vaak het verschil maken in gecompliceerde en delicate situaties. Soms doen ze iets extra, omdat de situatie het vraagt en omdat ze weten dat dit tot resultaten zal leiden.
Via een brief, monologen en korte uitspaken loodsen wij u door de verhalen van de bemiddelaars, terwijl de illustraties van Anggita Soeryanto zorgen voor een bijkomende creatieve dimensie.
Interpretatie als toegevoegde waarde bij interculturele bemiddeling
Door de jaren heen zijn we tot de vaststelling gekomen dat er tijdens de bemiddeling heel wat spreuken en zegswijzen worden gebruikt. Wanneer men de zegswijzen gewoon vertaalt, kan de bredere betekenis ervan verloren gaan. Dit is dan ook een van de grootste verschillen tussen het werk van interculturele bemiddelaar (ICB) en dat van een tolk. Een tolk mag een boodschap niet wijzigen, er niets aan toevoegen en er ook niets van weglaten. Een ICB daarentegen vervult een bredere rol. Buiten het eigenlijke tolken zal men ook informeren en voorlichting geven.
Vorig jaar heeft mevrouw Anil Demir, student in letterkunde, besloten haar bachelor proef in Toegepaste Taalkunde: Nederlands-Engels voor de Erasmushogeschool Brussel te maken rond taal en interculturele (communicatie)bemiddeling. De titel van haar werk luidt als volgt: “Interpretatie van zegswijzen bij interculturele bemiddeling: case studie”. Wij hebben deze vanuit onze dienst verder uitgewerkt. Aan de hand van situaties in de praktijk zullen we zien welke plaats de zegswijzen krijgen in een gesprek en wat hun waarde is.
De cases zijn gesitueerd binnen verschillende contexten: ziekenhuizen, centra voor geestelijke gezondheidszorg, consultatiebureau van Foyer, vrouwenwerking van Foyer en sociale diensten. Deze zegwijzen kunnen onderverdeeld worden in verschillende categorieën. Soms gaat het over onderwerpen die taboe zijn en waarover men niet expliciet wil spreken. Soms zijn het de verschillende denkbeelden of spirituele uitingen die typisch zijn voor een bepaalde cultuur. Vaak zijn het levenswijsheden die tot uiting komen in de zegswijzen. In sommige gevallen worden ook spreuken of gezegden gebruikt om de boodschap te verzachten.
Deze publicatie is ook beschikbaar in het Frans.
Diverse groepen en evoluties in Brussel – Handvaten voor onderwijs en hulpverlening
Anno 2014 leven er om en bij 10.000 Roma in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De meesten komen uit Roemenië en Bulgarije, maar ook uit ex-Joegoslavische landen en Slowakije. Roma in beweging behandelt de huidige situatie van de diverse groepen alsmede de evoluties van de voorbije tien jaren. Ook worden de verschillende sociale en culturele achtergronden in de landen van herkomst belicht.
Het boek dient bovendien als praktisch instrument voor mensen uit het onderwijs en de hulpverlening die met Roma-families werken. Thema’s als onderwijs, bemiddeling, bedelen enz. worden grondig uitgediept. Tal van tips worden aangereikt voor een beter begrip van Roma-families, voor een vruchtbare samenwerking met hen en voor een adequate beleidsmatige aanpak. De kracht van het boek schuilt in de maximale inbreng van Roma zelf, niet in het minst van Roma-bemiddelaars. Zij zijn het allerbest geplaatst om inzicht te geven in de logica die bij vele Roma meespeelt met betrekking tot allerhande topics. Hiermee wil de Dienst Roma & Woonwagenbewoners van het Regionaal Integratiecentrum Foyer de terreinervaring die werd opgedaan gedurende zijn tienjarig bestaan, delen met ieder die professioneel of op vrijwillige basis met Roma te maken heeft.
Wanneer een naam zijn drager leidt
Stéphanie studeerde in Kinshasa communicatiewetenschappen, maar woont nu al jaren met haar echtgenoot en twee kinderen in het Brusselse. Ze had al een boek in eigen beheer uitgegeven in het Frans en haar tweede boek, dat je nu in handen hebt, schreef in haar eigen moedertaal: het Lingala. Een unicum als het ware, want Stéphanie is de eerste vrouw die een boek in deze taal heeft geschreven. Samen met het Swahili is het Lingala één van de vele talen in Congo.
Het is een boek geworden met een herkenbare problematiek voor de lezers in Congo. Want voor hen wil ze schijven, voor al die mensen die in een ontwricht land leven. Ntoma is een verhaal dat zich in het nu en in het recente verleden afspeelt. Het zijn de lotgevallen van een opgroeiende jongen voor wie het woord familie een nare bijsmaak heeft gekregen. De schrijfster doorspekt haar verhaal met details en dialogen, met gezegden en uitdrukkingen die de couleur locale versterken. Ook voor ons interessant.
Lingala is een melodieuze taal. Niet voor niks gebruiken veel Afrikaanse artiesten – ook buiten Congo – deze taal als gezongen taal, omdat het lekker bekt en je er al je gevoelens in kwijt kan. Zo ontstond het idee: als we het boek nu eens in twee talen uitgeven. In het Nederlands én het Lingala. Dan kunnen wij hier eens voelen hoe die taal eruit ziet. En dan drukken we wat extra exemplaren en gaan die naar Congo. Zodat er ook daar het boek voor een héél schappelijke prijs kopen. Voor een land met amper bibliotheken een heel goeie zaak, toch?!
De auteurscarrière van Stéphanie belandt zo stilaan in een stroomversnelling. Recent gaf ze een lezing in de ambassade van de Democratische Republiek Congo te Brussel. Haar schrijverstalent werd er opgepikt, ze werd gelauwerd en kreeg de “Prix d’Excellence Mama Africa” (2011).
De Angolese, Braziliaanse en Portugese bevolking van Brussel
Dit boek is een portret van de Portugese, Braziliaanse en Angolese bevolking van Brussel. De drie groepen die hier worden voorgesteld, hebben allemaal hun eigen migratieverleden en vinden elk op hun eigen manier een plaats in Brussel. Hun gemeenschappelijke taal, het Portugees, brengt hen echter met elkaar in contact. Zo ontstaat een grote Portugeessprekende bevolking die, alleen al in Brussel, wellicht minstens zo’n 50.000 personen omvat. “Een verhaal van één taal, één stad en drie continenten” schetst niet enkel een beeld van elk van de drie grote Portugeessprekende bevolkingsgroepen in Brussel, maar gaat ook na wat het effect is van de gemeenschappelijke taal. Bestaat er misschien zelfs iets als een “Portugeestalige identiteit”?
Een kijk op de schoolse en sociale situatie van Congolese jongeren in Brussel
Hoewel de aanwezigheid van een Congolese gemeenschap in België niets nieuws is, ontdekten we toch dat hierover zeer weinig onderzoek gebeurde. Als we spreken over ‘allochtonen’ in België dan gaat het zeer vaak over Marokkanen of Turkijken, maar de Congolezen in ons land blijven steeds buiten beeld. Of toch niet? De Congolese jeugdbendes in Brussel daarover hebben we wel al veel gehoord. Vaak wordt vergeten dat deze slechts een kleine minderheid van de Brusselse jeugd van Congolese afkomst vertegenwoordigen. Men zegt wel eens ‘onbekend maak onbemind’. We hopen met dit rapport dan ook een aanzet te geven opdat dit spreekwoord niet meer voor de Congolese gemeenschap in België zou gelden. We laten een kleine dertig Congolese jongeren en enkele ouders met wie we talloze gesprekken hebben gevoerd dan ook zelf het woord voeren.
De focus van het onderzoek ligt bij de wijze waarop de betrokken gezinnen zich tegenover het onderwijs gedragen, en hoe de jongeren ertegen aankijken en daarenboven, algemeen gesproken, de samenleving ervaren. Het gaat om een kwalitatief, antropologisch geïnspireerd onderzoek.
Het verhaal van de Rwandese jongeren en hun ouders over naar school gaan en leven in Brussel
Het hoofddoel van deze studie is om een beeld te krijgen van de schoolsituatie van Rwandese jongeren in en rond Brussel. De nadruk ligt op de jongeren en hun verhaal. We gaan op zoek naar hun beleving van het naar school gaan en hun leven in Brussel, met de focus op een aantal centrale thema’s (school, (groot)familie, gemeenschap, vrije tijd en vrienden, Brussel en Rwanda) die in de verschillende fasen van het onderzoek telkens weer terugkomen. We trachten een zicht te krijgen op hun motivatie om te slagen, hun welbevinden, hun schoolloopbaan en toekomstperspectief.
De focus van het onderzoek ligt bij de wijze waarop de betrokken gezinnen zich tegenover het onderwijs gedragen, en hoe de jongeren ertegen aankijken en daarenboven, algemeen gesproken, de samenleving ervaren. Het gaat om een kwalitatief, antropologisch geïnspireerd onderzoek.
Deze publicatie is ook beschikbaar in het Frans.
Na de Roma zigeuners, de Subsaharische Afrikanen, de Tsjetsjenen en de Russischtaligen presenteren we hier een vijfde belangrijk groep uit Brussel: de Roemenen. Ann Trappers, stafmedewerker op Regionaal integratiecentrum Foyer, verdedigde enige tijd geleden een doctoraatsthesis aan de KU Leuven over de Roemeense migranten in drie Europese hoofdsteden, Stockholm, Lissabon en Brussel, en de invloed van het migratie- en integratiebeleid telkens op hun integratie. Ze heeft nu nog wat doorgewerkt op enkele gegevens uit haar onderzoek die meer precies op Brussel betrekking hebben en ze brengt een overzicht over de situatie van de Roemenen te Brussel. Wie zich in de Brussels-Roemeense wereld zonder enige vooringenomenheid wil oriënteren, komt hier dus op een betrouwbare wijze aan zijn trekken.
Het Regionaal integratiecentrum Foyer vzw brengt, met de hulp van zijn medewerkster mevrouw Irina Troitskaia, een beeld van de complexe werkelijkheid die schuilgaat achter de aanduiding “migranten die Russisch als moedertaal hebben”.
Na een discussie over de aantallen, gaat ze in op de verschillende migratiebewegingen van Russischtaligen vanuit Rusland, vanuit de vroegere Sovjet-Unie en vanuit de landen die tot de voormalige Sovjet-Unie behoorden. Ze schets ook de verschillende modaliteiten waaronder die migraties gebeur(d)en. De auteur geeft ook meer dan eens het woord aan die mensen zelf om hen hun verhaal van uitwijking en integratie te laten brengen, en schetst hun verenigingsleven. Men krijgt een zeer goed beeld, geschetst door iemand die zelf tot een van de profielen behoort, van wat er allemaal onder de Russischtalige aanwezigheid in ons land en in Brussel begrepen moet worden.
Deze publicatie is ook beschikbaar in het Frans.
25 jaar vrouwenhuis Dar al Amal
Feestelijke uitgave naar aanleiding van 25 jaar Dar al Amal, met een bijzondere dank aan alle vrouwen die het woord wilden nemen en hun ervaringen wilden delen. Het boek vertelt waar de vrouwenwerking vandaag de dag staat, hoe ze is ontstaan en wat ze in de toekomst nog wil bereiken.
Deze publicatie is ook beschikbaar in het Frans.
In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wonen in 2004 tussen 5500 en 700 Roma, vooral van Roemeense, ex-Joegoslavische en Bulgaarse afkomst. Dit boekje heeft het over de Roma die sinds de jaren ’90 België zijn binnengekomen en in Brussel zijn komen wonen. De meesten onder hen zijn Roemeense Roma : tussen 630 à 850 families of 3500 à 4600 mensen.
Scholen, diensten voor medische hulpverlening, politiediensten en Roma zelf werden bevraagd over hun situatie in en visie op onderwijs, gezondheidszorg, huisvesting, opleiding en tewerkstelling, hulpverlening en cultuur. Welke zijn de problemen ? Waar liggen mogelijke oplossingen ?
Taalsensibilisering en de taalportfolio in een meer talig onderwijs
Meertaligheid is een belangrijke meerwaarde voor het individu en de samenleving. Dat is het vertrekpunt van dit boek, waarin twee Europese initiatieven worden voorgesteld die meertaligheid vanaf jonge leeftijd in het onderwijs willen stimuleren. Het eerste, talensensibilisering, richt de aandacht van de kinderen op het verschijnsel taal in al zijn verscheidenheid, en reikt inzichten, vaardigheden en attitudes aan die het leren van talen – inclusief de moedertaal – bevorderen. De taalportfolio, het tweede initiatief, is een leermiddel dat leerlingen stimuleert om zelf hun (meer)talenkennis bij te houden en bij te sturen. Met bijdragen van auteurs uit Frankrijk, Zwitserland, Nederland en België, licht dit boek van beide initiatieven de ontstaanscontext en doelstellingen toe, met concrete voorbeelden.
Luc Top en Hilde De Smedt zijn beiden educatief medewerker van Regionaal Integratiecentrum Foyer in Brussel, een organisatie die meertalig, en intercultureel onderwijs wil stimuleren.
35 jaar Foyer in multi-etnisch Brussel – Multiculturalisme met klank
Paula D’Hondt, de voormalige Koninklijk Commissaris, schreef in 1989 dat de integratie een werk zou worden van lange adem. De integratie zou enkele generaties vergen. Vandaag nochtans, vinden sommigen dat een vlekkeloos multiculturalisme al gerealiseerd moest zijn. Onze samenleving heeft geen geheugen meer. Geheugen heeft de Brusselse integratiewerking Foyer des te meer. En via oral history laar ze haar 35 jarig geheugen bevragen. Mensen vertellen, van in het prille begin tot en met vandaag. Allen hebben ze gemeen dat ze met Foyer te maken hadden, en met integratie. Als minister, cursist, bezoeker, personeelslid,…
Zowel Foyer als het integratiebeleid waren in de jaren ’60 en ’70 ongelooflijk lokaal en caritatief bezig, al werden toen al grotere visies niet geschuwd. 35 jaar later valt die realiteit van toen door de mand, omdat we allen, zowel op het terrein als in het beleid veel verder staan. Van “Muilebeiks” is Foyer ondertussen “Brussels” geworden en de eerste contacten met soortgelijke verenigingen in andere grote Europese steden worden gelegd. Foyer verandert, omdat ook het multiculturalisme sterk aan het veranderen is. Wedden dat het multiculturalisme er binnen 35 jaar veel beter geïntegreerd zal uitzien dan vandaag! Uiteraard zal dit maatregelen vragen. Doortastende zelfs. Maar er is geen reden tot doemdenken. Enkel moet gehoopt worden dat er geleerd wordt uit het verleden…
Enkele publicaties zijn enkel beschikbaar in het Frans, klik hier om ze te bekijken!