Minder bekende taal in de kijker: het Brussels dialect!


6 mei 2023

In de film Vlaanderen en Brussel, een verhaal van migranten, die Peter Verlinden maakte in opdracht van het MigratieMuseumMigration, horen we Brusselaars ‘met Vlaamse wortels’ aan het woord. Eén van hen zegt: “Als ik nog eens Brussels spreek, bijvoorbeeld aan de telefoon met mijn broers en zussen, dan moet ik zoeken, dan moet ik omschakelen.

Zoals iemand die altijd Frans spreekt maar als kind Nederlands gesproken heeft moet overschakelen naar het Nederlands.” Hij is daarin zeker niet alleen: met de laatste generaties ketjes en zwanzeurs staat ook het Brussels dialect op het punt te verdwijnen. Hetzelfde gebeurt met andere Brabantse dialecten, maar in Brussel gaat het nog sneller, omdat hier ook het aantal Nederlandstaligen afneemt.

En van die Nederlandstaligen spreekt maar een kleine fractie nog het Brusselse dialect. Het Brussels is in feite een vorm van het ruimere Brabantse dialect, doorspekt met zeer veel Franse leenwoorden en afleidingen daarvan. Eeuwenlang was Frans overal in de Zuidelijke Nederlanden de taal van de elite, maar vanaf de Belgische onafhankelijkheid kwam de verfransing in Brussel in een stroomversnelling. Het Brussels kreeg er niet alleen steeds meer Franse leenwoorden bij, sprekers schakelden ook steeds vaker heen en weer tussen Frans en Brussels. Men begon een verhaal in het Frans en eindigde in het Brussels, of omgekeerd. Dit fenomeen is nu zo goed als verdwenen. 

Hier en daar probeert men het Brussels nog in stand te houden als een vorm van erfgoed. Zo is er het Brussels Volkstejoêter en een Academie van het Brussels. Het dialect leeft ook door in benamingen, zoals de vele namen waarin het woord ket vervat zit (b.v. Ket & Co), de organisatie Brusselleer, de Zinneke Parade. Wie meer sappige Brusselse woorden en uitdrukkingen wil verkennen, kan terecht (in verschillende talen!) op www.brusseleir.eu. 

Nog een Brussels weetje: Hergé liet het Brussels in verschillende albums van Kuifje figureren als exotische taal. Zo komt Kuifje in De Scepter van Ottokar terecht in het fictieve Slavische land Syldavie. De leuze op het wapenschild van Ottokar luidt Eih bennek – eih blavek, afgeleid van het Brussels ee ben ek, ee blaaiv ek: hier ben ik, hier blijf ik.

Terug