Interculturele bemiddeling met Roma


6 juli 2023

De afgelopen weken hebben we verschillende aspecten belicht van interculturele bemiddeling,
waarbij de focus telkens lag op de zorg- en welzijnssector. Vandaag gaan we langs op de Dienst Roma
en Woonwagenbewoners van Foyer vzw voor een gesprek met Sorin, die daar sinds begin dit jaar als
bemiddelaar aan de slag is.


We stellen Sorin de vraag over welke specifieke vaardigheden een Roma-bemiddelaar moet
beschikken om zijn functie goed te kunnen uitoefenen. Ook hier begint het bij een goede
talenkennis.


Sorin: “Je moet op zijn minst drietalig zijn. Ik werk met Roemeense Roma en ik spreek Roemeens,
Romanes (de taal van de Roma), Frans, en ik heb ook een basiskennis Nederlands. Maar je moet niet
enkel de taal spreken; je moet ook de gemeenschappen zeer goed kennen. Als Roma-bemiddelaar
zijn wij een echte brugfiguur tussen de Romafamilies en de Brusselse instellingen.”


Sorin is afkomstig uit Gârla Mare, gelegen aan de Donau in het Zuidwesten van Roemenië. Sommige
families uit de regio zijn al decennialang in België en hebben zich goed geïntegreerd, andere zijn
meer recent aangekomen en ervaren nog meer culturele barrières.


“Voor meisjes is het niet vanzelfsprekend om de middelbare school af te maken. Meisjes mogen
trouwen vanaf 16,5 jaar en velen blijven daarna thuis van school omdat de familie beschouwt als een
onveilige omgeving, waar de eer van het meisje gevaar loopt. Maar er is natuurlijk wel leerplicht tot
18 jaar. Er zijn ook recent toegekomen families voor wie de school op zich zelfs taboe is. Zij hadden in
Roemenië niet de gewoonte om kinderen naar school te sturen. Bovendien zijn er in Roemenië nog
steeds veel gevallen van discriminatie van Roma-leerlingen. Mensen weten ook niet altijd dat er in
België leerplicht bestaat tot 18 jaar en één van mijn taken is het Belgische schoolsysteem uit te
leggen aan de families.”


Wat gebeurt er als een tienermeisje stopt met school nadat ze is getrouwd?


“We zoeken samen met de familie naar een oplossing. We werken bijvoorbeeld met het CEFA
(centrum voor deeltijds onderwijs) van het Athenée Royal de la Rive Gauche: leerlingen kunnen zo
nog een tweetal dagen per week naar school gaan en tegelijk ook al iets beginnen verdienden.”


Net als de interculturele bemiddelaars in zorg en welzijn, zijn de Roma-bemiddelaars gebonden aan
het beroepsgeheim.


“Wat besproken wordt op overlegmomenten tussen bijvoorbeeld een CLB en een ouder, blijft
natuurlijk vertrouwelijk. Een neutrale positie innemen en te allen tijde behouden is een belangrijke
vaardigheid en eentje die je al doende leert – in het begin maak je onvermijdelijk wel eens fouten.

Hoewel ik dus nooit ongevraagd iets zal doorvertellen, word ik wel vaak ingeschakeld als
communicatiekanaal. Van scholen krijg ik vaak de vraag de ouders iets duidelijk te maken en
omgekeerd zeggen ouders me ook vaak: “Zeg aan de school dat…”. “


De bemiddelaar zorgt dus voor een optimale communicatie, maar is geen sociaal werker.


“Onze belangrijkste functie is doorverwijzen naar de juiste dienstverlening. Daarom moet je als
bemiddelaar dus zeker ook voldoende vertrouwd zijn met de sociale kaart van Brussel. Je moet ook
alert zijn voor de vragen en de noden van mensen, ook als ze die niet uitspreken. Een deel van onze
job is immers ook outreach: mensen warm maken voor een job, een opleiding, vrijetijdsactiviteiten…
Tenslotte zou ik nog willen wijzen op twee belangrijke praktische vaardigheden: je moet je als
bemiddelaar goed kunnen oriënteren in Brussel en je moet ook een beetje fit zijn. De nadruk op ons
werk ligt op huisbezoeken, waarvan we er wel vijf of zes per dag doen. Dat zijn vaak heel wat
kilometers, en in de woningen van ons doelpubliek is er vaak geen lift.


En misschien is de belangrijkste competentie wel dit: je moet je werk doen met hart en ziel, anders
hou je het niet vol. Maar dat doe ik – ik ben trots dat ik een voorbeeldfiguur kan zijn voor de jonge
Roma.”

Terug