Willen media kritischer worden bij aankondigingspolitiek?


Johan Leman, 6 juni 2022

Het gebeurt te dikwijls om niet op te vallen. En toch blijven de media het aankondigingsbeleid verheerlijken te  nadele van de reële evaluatie van gevoerd beleid. Mocht je het afmeten aan plaats die aankondigingsbeleid toebedeeld krijgt in de media, dan loopt het aankondigingsbeleid weg met 80% van de belangstelling. Je kan je vandaag als beleidsmaker, puur op basis van je aankondigingen, een grote faam uitbouwen.

De voorbeelden van de onzinnigheid en van de contraproductiviteit van zo’n mediatieke aanpak zijn legio. Ik beperk me tot enkele voorbeelden.

Als je de mensen zou vragen wat ze vinden van wat de minister van BiZa ten  tijde van de aanslagen  betekend heeft voor de Kanaalzone in Brussel, dan zullen de meesten antwoorden: “Fantastisch, Sterke Jan, waren ze allemaal maar zoals hij!” Waarop baseren die mensen hun oordeel? In feite, enkel en alleen op een persconferentie en op enkele tv- en media-optredens waarin hij indertijd met grote stelligheid verklaarde dat hij bv in Molenbeek het politiekader in orde zou gebracht hebben en het zelfs federaal zou aangevuld hebben. Stel dat een minister zou gezegd hebben dat het onmogelijk was, gelet op  redenen a, b en c, om het politiekader volledig in orde te brengen, maar dit ondertussen wel voor 95% in de realiteit geregeld zou hebben, dan zou die minister nooit zo sterk gescoord hebben als “Sterke jan”. Of nog… hij verklaarde dat hij de vzw’s liet doorlichten en ook de moskeeën. De praktijk was – geloof me – veel genuanceerder. Maar hoe dan ook, wat leren ons de feiten vandaag? Dat er een groot tekort aan politie is in Molenbeek en dat er eigenlijk niet veel veranderd is bij vroeger. Maar… zegt men dan, “dat is de schuld van de burgemeester”. Sorry, hoor… Ik ben het daar dus niet mee eens. In mijn ogen is dit te wijten aan een niet realistische en niet op continuïteit gerichte planning, wat misschien iets moeilijker uit te leggen was in een persconferentie.

Ander voorbeeld. Het woordvoerderschap in de islam. Er kon terechte kritiek geleverd worden op de wijze waarop de Executieve van de islam functioneerde. Ik herhaal: terechte kritiek, en ik meen dat. Aan de media werd in deze lopende legislatuur meegedeeld, zowel aan federale als aan Vlaamse kant, dat dit nu eens eindelijk drastisch zou opgelost worden en recht getrokken. Benieuwd wat we zullen zien op het einde van de legislaturen. Zoals het er momenteel voorstaat, ben ik niet zo zeker dat het “beter” wordt. Maar dat zal dan wel niet in de media komen en aan een volgende minister overgelaten worden.

Ander prachtig voorbeeld: het leerkrachten- en onderwijsdebacle. Eind jaren  90, begin 2000 werd grote kritiek geuit o.a. op een beperkte vorm van moedertaalonderwijs als hulp voor het aanleren van het Nederlands. Dit werd dus afgeschaft. We staan 20 jaar verder. Wat zien we? De resultaten zijn slechter dan voorheen. Maar dit wordt zelfs niet meer vastgesteld. Men huppelt maar door… en nu klinkt het dat het de fout is van de ouders, enzovoort. Ja, precies of mensen die pas uit Pakistan overkomen zullen heel snel op Nederlands overschakelen.

Ik kan zo door gaan. Mijn uitnodiging aan de media en eigenlijk nog meer aan het beleid:  zou je niet beter stilaan weer wat meer aandacht schenken aan je core business? Voor de beleidsmaker betekent dit: je onderwerp eerst goed instuderen en dan bijsturen, en voor de media: goed evalueren wat een beleidsmaker op per definitie niet perfecte wijze realiseert. Laten we ophouden om enkel en alleen maar de aangekondigde heel grote realisaties (die nog geen realisaties zijn en het waarschijnlijk nooit zullen worden) te verheerlijken, waarvan ingewijden soms al vooraf weten dat er niet veel van zal terecht komen!

Terug