Wat zou een integrale strijd tegen de Brusselse drugs-maffia’s moeten betekenen?


Johan Leman, 7 februari 2025

Wat volgt is een pleidooi voor een integraal plan van aanpak van maffieuze structuren in de Brusselse drugsdealing.

Maffia is een complexe realiteit. Hier interpreteer ik het in een beperkende betekenis, dus zonder de politiek en de ondernemerswereld erbij te betrekken. Ik beperk het begrip hier tot de maffia-achtige structuren zoals ze hier bij ons in Brussel via de drugsdealing sommige mensen en families verrijken. Wie dit niet ziet is stekeblind.

Voor de bestrijding van dit fenomeen zien veel politici het tot stand komen van een eengemaakte politie en het feit dat er meer politie op straat zou te zien zijn, naast een krachtdadiger gerechtelijk optreden en een zware financiële bestraffing van degenen die zich verrijken, als de te bewandelen weg om het fenomeen in te dijken.

Ervaring uit andere landen leert dat dit inderdaad uitstekende elementen zijn die tot een binnen de perken houden van maffia’s kunnen leiden. Laten we het noodzakelijke voorwaarden noemen, maar ze zijn daarom nog geen voldoende voorwaarden.

Mijn indruk is dat men bij ons onvoldoende beseft dat, wil men efficiënt zijn en blijven, de de aanpak stevig zal moeten verbreden. Ik steun me op hetgeen ik hoorde als jonge antropoloog, jaren geleden, van Italiaanse maffia-jagers op Sicilië.

Als ik op Brussel toepas, wat ik daar als aanpak hoorde, dan zou een aanpak bij ons er als volgt uitzien. Fundamenteel is, zoals men bij ons al 30 jaar weet, dat men de modus operandi van maffia’s in kaart brengt. Die opus operandi van een maffieuze organisatie, in haar eenvoudigste vorm, bestaat uit 5 fases: 1. Het onveilig maken van een klein of groter gebied (o.a. door er de camera’s buiten werking te stellen, e.d);

2. Het ronselen van dealers (meestal uit achtergestelde wijken);

3. Over geweldplegers beschikken om het territorium te bewaken of een nieuw territorium te veroveren, geweldplegers die snel opduiken en verdwijnen;

4. Over luitenanten beschikken die de fasen 1 tot/met 3 bewaken;

5. En tenslotte zijn er de bazen zelf, die geen geweld willen zien plaats vinden in hun onmiddellijke omgeving. M.a.w. momenteel moet je niet verwachten dat zij in Kuregem wonen.

Het is normaal dat Gerecht en Politie die keten proberen te ontmantelen. Men moet echter goed beseffen dat iedereen in de eerste 3 fases gemakkelijk door de luitenanten en bazen kan vervangen worden.

Die luitenanten en vooral de bazen wil men dan logischerwijze aanpakken via het ontmantelen van de geldstromen. In Brussel is men daar echt wel aan toe en stelt men het probleem, terecht, in termen van tekort aan personeel.

Maar er zijn daarbuiten drie belangrijke aspecten die iets te weinig aandacht krijgen. Immers, ook als die beschreven aanpak werkt, zal men merken dat op korte termijn nieuwe soortgelijke maffieuze structuren zullen verschijnen, met nieuwe bazen, nieuwe luitenanten en noem maar op… Immers, er blijken andere factoren te bestaan die even sterk meespelen en de creatie ervan in de hand werken.

Een eerste ander element, is het gemak waarmee mensen illegaal in wapenbezit kunnen komen. Brussel blijkt daarvoor gekend te zijn. Wil men blijvend succesvol zijn, dan zal men al die plaatsen (cafés, garages, ateliers,…) in kaart moeten brengen.

Een tweede bijkomend element, is van meer urbanistische aard. Een stad als Brussel heeft  publieke ruimtes, waar de politie in feite slechts zeer moeilijk en zo goed als nooit toegang toe heeft en waar ook de sociale controle beperkt van omvang is. Zo’n ruimtes worden gemakkelijk door criminele organisaties voor eigen gebruik de facto geprivatiseerd.

Een laatste punt betreft het zich niet betrokken voelen van gemeentelijke en gewestelijke administratieve diensten. Voelen ze zich voldoende betrokken bij de problematiek? Toetsen ze hun projecten voldoende af op mogelijk gebruik door maffieuze organisaties?

Ik maak even een heel concrete sprong naar een problematiek waar Foyer vandaag mee geconfronteerd wordt. Vandaag al moeten animatoren erover waken dat dealers voldoende op afstand blijven van de jongerenwerking. Op zo’n ogenblik de Gemeente en het Gewest moeten smeken om geen voor de buurt nutteloze en voor de politie ontoegankelijke ‘groene wandeling’ tussen Saincteletteplein en Beekstraat aan te leggen (startend tussen twee gekende drugdealingplaatsen: Ribaucourt en IJzer), is een voorbeeld van zo’n zich niet betrokken voelen. Zo’n ‘groene wandeling’ wordt op 3 maanden tijd een drugdealers-wandelweg. Dat beseft iedereen die er woont, maar niet de administratie.

Als het in Brussel niet krachtiger en breder tot een integrale aanpak van de maffia-achtige structuren in de drugshandel komt, gaan we beroerde tijden tegemoet. Wie denkt dat de maffia’s in Brussel zullen verdwijnen eenmaal dat de omgevingen van het Noord- en Zuidstation opgekuist zijn, vergist zich… Eenmaal dat dit gebeurd is, komen iets te veel andere zones in aanmerking. Molenbeek en omgeving: “fasten your seatbelts”.

Terug