Religie: wat is dat?


Johan Leman, 11 maart 2023

Valt het u ook op dat in de courante omgang sommige belangrijke woorden hun precieze betekenis verloren hebben? Dit bevordert de dialoog niet. In een vorig bericht had ik het over superdiversiteit. Nu wil het hebben over religie, al is het niet mijn bedoeling om hier een cursus te openen.  Aanleiding: een artikel dat ik zo net las en waarin een journalist schrijft dat de elementen die het stikstofakkoord onderbouwen ’religie’ zijn. Ik veronderstel dat hij bedoelt dat ze niet wetenschappelijk onderbouwd zijn. Voor sommige mensen is niet wetenschappelijk zijn blijkbaar synoniem geworden voor ‘religie’. Sorry, dat is slordig woordgebruik.

                De meest interessante omschrijving van religie heb ik tot nu toe aangereikt gezien door Clifford Geertz. Kort samengevat: Religie is een geheel van symbolen waaruit de mensen die zich tot die religie bekennen waardenbeleving putten. De beleving ervan ligt bij die mensen aan de basis van een gemoedstoestand (“a mood”) en motiveert hen om iets al dan niet te doen. Er zijn rituelen die de symboliek ondersteunen. Ze bevorderen een realiteitsbeleving. De meeste antropologen in de lijn van Geertz  hanteren deze definitie. De discussie gaat er dan over, of dit ook een vertrouwen veronderstelt in het bestaan van een bovenmenselijke werkelijkheid. Als de betrokken journalist bedoelt dat sommige argumenten bij het stikstofakkoord wetenschappelijk aanvechtbaar zijn, kan ik hem vermoedelijk wel volgen, maar dan enkel en alleen omdat aan de hand van modellen gewerkt wordt.  ’t Is ook ondoenbaar trouwens, vermoed ik, om anders te werken in die kwestie. En dat is het… Andere verzuchtingen zijn naast de kwestie. En je eigen houding tegenover religie zelf? Je gaat erin mee, gedeeltelijk of gans, of niet… Gelukkig leven we in een samenleving waarin je kan kiezen.

                En nog iets, waarbij ik vermoedelijk vooruitgrijp op kritieken. Er is binnen religie altijd een verschil tussen de beleving ervan en de institutionalisering ervan, al geef ik toe dat mensen heel vaak een beleving hebben die sterk institutioneel doordrenkt is. En ja, dan moet men weten dat instituten, religieuze zowel als niet-religieuze, altijd ook iets met macht te maken, zeker als daar verticale relaties in meespelen.

Terug