Johan Leman, 20 mei 2022
“Brussel worstelt met de hitte. Het kan in de grootstad gemiddeld drie graden warmer zijn dan op het platteland. Maar die hittestress voelen de Brusselaars met de laagste inkomens in de dichtst bebouwde wijken het meest. ‘We stevenen af op een crisissituatie. Er moet op korte termijn water en groen binnengebracht worden.’” (Bruzz, 26.06.2019).
Volgens Bruzz (26.6.2019) kan het hitteverschil ’s nachts soms tot 10 graden oplopen tussen de warmtegleuf (zie kaartje) en de rand.
3 jaar later: De oververhitting in Brussel wordt op sommige momenten een blijvend gegeven. Elk jaar opnieuw doet het zich voor. Het is wachten tot er ook nog eens een waterbom op een deel van Brussel neervalt.
Ziehier de feiten: drie graden warmteverschil tussen Brussel en het platteland, en binnen Brussel meer dan vijf graden warmteverschil tussen de kanaalzone en de rijkere gemeentes.
Eigenlijk weet men wat moet gebeuren: stoppen met bijbouwen en betonneren in de kanaalzone en de plannen die in die richting gaan vervangen door plannen van pocket-parkjes met hoge bomen, met gras en zonder harde bestening. Zoiets maak je niet goed door hoge woontorens in te planten waar je dan wat struikjes per verdieping aan de buitenkant aan vasthangt.
Groen, hoge bomen, gras en proper water… dit is het wat op termijn rampen in de Brusselse kanaalzone kan voorkomen.
Geen investeringstorens!
Stop dus die krankzinnigheid. Dit is geen discussie over de waarde of onwaarde van hoge torens, maar over de plaatsen in Brussel waar je stopt met bij te bouwen en te betonneren, zeker als het vooral om een investeringstoren gaat.
Terug