Nieuw België, een migratiegeschiedenis 1944-1978 (deel 2)


Johan Leman, 21 september 2021

Mijn vorig bericht over het boek van Tom Naegel s ging over de periode van de barakken met de Duitse krijgsgevangenen, opgevolgd door de Italianen, de Spanjaarden en Grieken, en nadien de Turkse en Marokkaanse gastarbeiders, en een bespreking van de discussie rond de Grote Moskee in Brussel. Nadien heb ik de hoofdstukken gelezen over de periode eind jaren 60 tot 1978.

Wat ik in mijn vorig bericht over zijn studiewerk en publicatie geschreven heb, blijft overeind. Het boek steunt op kritisch gebruik van beschikbare archieven en op een degelijke historische contextualisering van het gevoerde beleid. Het wordt met een vlotte pen gepresenteerd. De contextualisering heeft als gevolg dat bij de oudere lezer gebeurtenissen heropgefrist worden en dat de jongere lezer sommige beleidsbeslissingen uit het verleden beter kan begrijpen. Maar zelfs de goed geïnformeerde lezer leert bij. Zo zie ik zelf beter dan vroeger in dat men sommige belangrijke beslissingen uit het verleden vaak moet zien als officiële bekrachtigingen van processen die eigenlijk al een tijdje aan de gang zijn. Beleid creëert zelden. Meestal stuurt beleid bij. Ik denk aan de migratiestop die een beetje overal in Europa ingang vond in 1973-1974. Eigenlijk was die informeel al enige tijd aan de gang.

Misschien is hier ook een opmerking op haar plaats over het gebruik van archieven. De auteur zal ook wel weten – ik twijfel er niet aan – dat er een verschil kan bestaan tussen persoonlijke archieven en officiële archieven. Beide kunnen interessant zijn, maar met persoonlijke archieven heb ik zelf wel enige ervaring. Zo gaf ik mijn persoonlijke archieven uit de periode dat ik directeur was van het CGKR (jaren 90) aan het KADOC, zoals veel anderen dat ook doen. Welnu, eigenlijk beperken die zich grotendeels tot mijn correspondentie en nota’s over de discussies over het woordvoerderschap in de islam en over enkele belangrijke dossiers inzake mensenhandel. Dan zijn er nog wel enkele rest-documenten die ik ook aan KADOC gaf, maar bij de representativiteit van die laatste documenten moet men ernstige vraagtekens plaatsen. De meeste stukken verdwenen immers in de papierversnipperaar. Daar moet niets achter gezocht worden. Ten eerste was ik in die tijd allerminst om archieven bekommerd en ten tweede verdween al dat papier omdat de correspondentie te veel plaats innam. Idem voor de vele racistische en andere correspondentie (met o.a. dreigbrieven) die ik in de jaren 90 toegestuurd kreeg. De papierversnipperaar deed zijn werk. Volgde daaruit dat ik geen racistische brieven kreeg? Men moet ook bij archieven opletten met de interpretatie. Maar ik twijfel er niet aan dat Tom Naegels zoiets beseft.

Een laatste punt. Een van de kritieken die ik hoorde op Naegels’ boek is dat het de migratie top-down benadert. Daarmee wordt bedoeld dat hij niet vertrekt van de dynamiek onder de gastarbeiders zelf, maar van correspondentie tussen het patronaat, het beleid en de ambassades. Deels is die kritiek terecht. Maar die top-down dynamiek is in het geval van de gastarbeid erg belangrijk. En in alle geval, ik heb bij lectuur veel interessants opgestoken, zaken die ik niet wist. En beide combineren, top-down en bottom-up, lijkt me echt te veel om te realiseren door een auteur in een boek.

Een welgemeend proficiat dus van mijn kant voor de auteur. En het is een aangenaam boek om te lezen. Ik heb doctorale proefschriften gelezen die minder goed gedocumenteerd waren.

Tom Naegels komt spreken in museum MMM, Werkhuizenstraat 17 te Molenbeek, op vrijdag 24 september om 18u. Een aanrader voor wie zich echt wat wil verdiepen in de migratiegeschiedenis in België tot 1978. Graag vooraf inschrijven.

Terug