Minister Somers en voetbal-bondscoach Martinez


Johan Leman, 22 november 2021

Wat hebben minister Somers en bondscoach Martinez met elkaar gemeen?

De meeste experten zijn het erover eens dat het Belgisch nationaal elftal in Rusland, in 2018, de kans heeft laten liggen om wereldkampioen voetbal te worden. Nu recent, na de laatste voetbalmatch tegen Wales denk ik dat de meeste neutrale kijkers de tweede helft een oersaaie bedoening zullen gevonden hebben, met als toppunt een fase waarbij een bal die mits een beetje creativiteit in het doel van Wales had moeten belanden nog geen minuut later levensgevaarlijk voor het doel van Casteels terecht kwam… zodanig waren de Belgen bekommerd om de bal te houden, dat er voortdurend achteruit gespeeld werd, in die mate zelfs dat doelman Casteels op zeker ogenblik in de problemen kwam.

En wat kwam Martinez voor de micro vertellen? Dat hij het een prachtige partij vond waarbij zijn spelers héél goed gepresteerd hadden en op elkaar, op enkele details na, goed ingespeeld geraakt waren. Let wel, ik vind Martinez een uitstekend trainer, maar dat belet me niet (- ik ben helaas geen voetbalkenner) om hem een – qua imago – nog grotere positivo te vinden die zijn communicatie uitstekend in de hand houdt.

Ik vermoed dat het nog een tijdje zal duren vooraleer minister Somers bondscoach wordt in het voetbal, maar op één vlak moet men hem nu toch al de evenknie noemen van Martinez: qua imago een grote positivo en iemand die duidelijk de communicatie uitstekend in de hand houdt. Is daar iets verkeerd aan? Helemaal niet! En dat meen ik. Maar het kan geen kwaad om er minstens toch bewust van te zijn.

Neem nu de hervorming van het Agentschap Inburgering en Integratie. Reeds van bij de opstart had ik de toenmalige voorzitster, huidig minister Zuhal Demir, erop gewezen dat men fabeltjes vertelde als zij zei dat het allemaal goedkoper zou worden. Alsof men de loonsverschillen tussen de te fuseren centra niet naar boven maar naar beneden ging egaliseren! En alsof dit geen gevolgen zou hebben bij nieuwe aanwervingen. En alsof de grootschaligheid niet tot een logge beheersstructuur zou leiden, met steeds nieuw te vinden evenwichten… waar uiteraard prijskaartjes tegenover zouden staan (human resources, crisis managers, raad van bestuur die zijn zorgen financieel gehonoreerd wenst te zien, mensen op goed betaald niveau die niet weggaan, ook al zijn ze niet meer nodig, en dergelijke). Dat dit gebeurd is, en op die manier, is niet de fout van minister Somers… al speelde de Open VLD erin mee.

Ik denk niet dat minister Somers dit niet ziet. Normaal verbindt je daar vandaag een ernstig debat aan vast. Maar positivo Somers zal het daar nooit over hebben. Hij heeft een plan dat op termijn naar bezuiniging zal leiden, en nu komt het erop aan om dit zonder veel kritiek erdoor te krijgen. Hij zal een tolkendienst vervangen door taal-hulpen (alsof er bij vertaling geen deskundigheid vereist is!), en in plaats van over vervanging van professioneel gevormden te spreken, is voortaan sprake van buddy’s. Graag had ik eens een evaluatie gelezen van de bestaande buddy-systemen, liefst een externe evaluatie, waar bv het verloop, de gevolgen van tekort aan begeleiding enzovoort ook besproken worden. En vooral… er komt – héél belangrijk – een digitale dimensie als dragende as. Maatschappelijke oriëntatie via i-pads. Zie je het al gebeuren? Aanvinken waar nodig. Buddy’s, I-pads, taalhulpen… in feite is dit een prachtige voorloper – communicatief gesproken – voor een latere sanering van de kostenstructuur van het Agentschap Inburgering en Integratie. Het enige wat nog mankeert aan het plaatje, is dat de steden en gemeenten het personeel overnemen dat momenteel nog op het Agentschap Inburgering en Integratie staat…

Hoe heet zoiets, als je erin slaagt dit zonder veel debat te laten passeren? Uitstekende positieve communicatie…. En wat dat in feite als financiële sanering binnen het Agentschap zelf zal betekenen, zullen we wel zien bij de volgende regeringsvorming.

Heb ik iets tegen positieve communicatie? Neen. Maar ik zou wel verwachten dat serieuze journalistiek en serieuze studiediensten van politieke partijen zoiets ernstig tegen het licht houden.

Terug