Johan Leman, 30 oktober 2024
Het lijkt de bedoeling van de overheden in ons land om de levensbeschouwelijke lessen af te schaffen. Men verwijst daarvoor naar het feit dat levensbeschouwelijke keuzes een privé zaak zijn. En stiekem hoopt men waarschijnlijk daarmee ook wel wat te besparen. En toegegeven, het valt niet altijd gemakkelijk te organiseren.
De alternatieven die men dan ziet, zijn: 1. algemene inleiding in het geheel van levensbeschouwelijke keuzes , en 2. geen levensbeschouwelijke vakken.
Lang was ik zelf aanhanger van optie 1: een soort algemene inleiding in het geheel van levensbeschouwingen. Ik ben ervan teruggekomen om drie redenen: 1. Wie kan zoiets correct geven? 2. Het overbrengen van een levensbeschouwelijke vorming is meer dan een cognitieve kennisname. 3. Is het niet efficiënter om af en toe lessen te voorzien waarin men iemand uit een andere levensbeschouwing zelf het woord geeft in de eigen les?
Ik ben meer en meer tegenstander van het niet aanbieden van een levensbeschouwelijke inleiding. Reden: als dat gebeurt, zullen jongeren nog meer dan nu al het geval is, op zichzelf via het internet en Elon Musk hun levensvisie concipiëren. We weten hoe algoritmes werken. Dat belooft dan voor de toekomst. Elke adequate jeugdwerking beseft nu al hoe hard ze in mediatraining moet investeren om dit privé sociale-media gebruik transparanter te maken voor de jongeren zelf. Beseffen overheden wel voldoende hoe de leeftijd voor mogelijke radicalisering voortdurend zakt en dat dit gebeurt via de sociale media?
Blijft evident het probleem van de organisatie ervan. Wellicht moet men op dit vlak naar minimum-aantallen van participanten overstappen en een alternatief voorzien als de aantallen niet bereikt worden. Maar als die levensbeschouwelijke lessen vandaag niet zouden bestaan, zou men ze nu zelfs moeten invoeren.
Terug