Ja, we zijn enthousiast over het Marokkaanse voetbal-elftal


Johan Leman, 12 december 2022

De meest populaire sport bij jongeren in de Brusselse kanaalzone is het voetbal. Net voor de Covid-crisis deed de toenmalige sportcoördinator van Foyer een rondvraag in enkele Brusselse scholen, naar de sport die ze bij voorkeur als ontspanning wensten en daar stak voetbal met kop en schouder bovenuit. Ook bij de meisjes is dit in toenemende mate het geval. Zelfs kinderen die niet over een fijne motoriek beschikken houden van voetbal. Het is een sport die je ‘in groep’ beoefent, het laat toe dat ‘een individu’ zijn talent kan laten zien, het laat ‘competitiviteit’ toe en het is gemakkelijk en op veel plaatsen te organiseren.  Het moet dus geenszins verrassen dat jongeren zich vereenzelvigen met ‘helden’ uit hun meest geliefde sport. Die ‘held’ hoeft trouwens niet uit hun eigen gemeenschap afkomstig te zijn en kan voor een Chinees bijvoorbeeld gewoon “Messi” heten.

Een identificatie met een persoon is één iets, een vereenzelviging met een team uit een land is echter iets anders, zeker als dit team heel performant is tijdens een tornooi. Hier gaat het niet meer om identificatie met een technisch begaafde en ‘gevierde’ speler, maar om vereenzelviging met lidmaatschap van een team dat staat voor een gemeenschap die men als de zijne/hare ervaart, een identificatie die vooral opduikt als dit team buitengewoon performant wordt.

Het is de normaalste zaak van de wereld dat jongeren met meervoudige identificaties zich met een van de opties die ze daarbij hebben, vereenzelvigen als de gelegenheid zich voordoet. Het is verder niet abnormaal dat ook andere mensen uit zo’n gemeenschap, zelfs mensen die zich weinig of niet aan voetbal interesseren, mee opgaan in de feestvreugde die ze rondom zich ervaren. Ook hier zou het eerder het omgekeerde zijn dat zou moeten verbazen.

De vreugde, ook in de diaspora om het succes van het Marokkaanse voetbal-elftal in Qatar (- dat overigens een enthousiast en fris voetbal brengt), is meer dan begrijpelijk, en wie zou het niet toejuichen om zoveel vreugde om zich heen te zien?

Terug