Hoe organiseer je democratiemoeheid?


Johan Leman, 4 november 2021

“In plaats van tijdig de wetenschap, het middenveld en de administratie een plan te laten voorbereiden, zoals de noordelijke landen dat doen, willen de regerende partijen alles zelf uitvinden en stellen ze een beslissing zo lang uit dat ze niet anders meer kunnen dan op het laatste moment een hoop zinvolle en zotte gedachten op één hoop te gooien, om dan daaruit een ‘compromis’ te distilleren.” (Guy Tegenbos, DS, 4.11.21)

Hoe werken parlementaire democratieën eigenlijk? Je kan het strikt houden bij een omschrijving van de scheiding van de machten (parlement, regering, rechterlijke macht), waar je dan eventueel een vrije pers als vierde macht aan toevoegt. In de Vlaams-Belgische versie vervangt de partijvoorzitter het parlement. Om de 4 à 6 jaren zijn er verkiezingen waar “het volk” de samenstelling van een parlement kan bepalen aan de hand van lijsten opgesteld finaal door de partijvoorzitters.

Je kan echter ook kijken hoe en wanneer parlementaire democratieën op hun best in de praktijk functioneren. In dit tweede scenario komt men bij een complexere samenleving terecht, waarbij individuele mensen ook wel om de zoveel jaren gaan stemmen, maar waarbij allerlei instellingen (middenveld en ruimer) daar gedurende al die jaren tussen in bewegen en inspraak mede stroomlijnen. De opdracht bestaat er dan in dat elk zijn specifieke rol blijft spelen. Middenveld moet middenveld blijven en Politiek moet politiek willen blijven.

Welke processen zijn vandaag aan de gang?

Eerste vaststelling. Of ze het graag horen of niet, feit is dat de ‘vierde macht’, de media, de facto veel van zijn invloed verloren heeft, ten eerste omdat de verkoopwaarde van hun product vaak dominant is geworden, en ten tweede omdat, zeker bij een groot deel van de jonge bevolking, de sociale media hen weggeduwd hebben als bron van informatie en van opiniëring.

Tweede vaststelling. Het middenveld wordt in de mate van het mogelijke door de overheid uitgehold. Dit betekent dat waar vroeger mensen in het parlement terecht kwamen, die eerst geleerd hadden om terreinkennis op een bepaald domein op te doen en ook geleerd hadden om het compromis in de vingers te krijgen, dit vandaag veel minder het geval is.

Op beide vlakken, de media en het middenveld, nemen de sociale media (met hun vele hypes, vluchtigheden en de idee dat ieders mening even valabel en kwaliteitsvol is) het geschapen vacuüm in. Politici en regeringsleiders hechten dus méér belang aan dit niveau van vluchtigheid, hypes en sharing in bubbels, dan aan het middenveld.

Gevolg: de zin voor diepgang, die echter samengaat met een aanvaarding van het compromis, niet als concessie maar als mogelijke verrijking, verdwijnt. Wat we in de plaats krijgen is heel vaak “een hoop zinvolle en zotte gedachten”, ingegeven door de gevoeligheden geplukt op de sociale media enkele dagen voordien. Hoe verklaar je anders dat men niet zag aankomen dat er een tekort zou komen van leerkrachten en van verzorgend personeel, of dat men nu op enkele dagen tijd “Glasgow” voorbereidt? Waar dan telkens op gereageerd wordt met “een hoop zinvolle en zotte gedachten”, vliegensvlug bijeen geharkt.

En dan verschiet men dat er verschijnselen van democratiemoeheid optreden….

Terug