‘Ik word gezien, dus ik ben’


Johan Leman, 27 februari 2024

Zaterdag 24 februari verscheen in DS, tot mijn grote verrassing, een bespreking door Bas Heijne van het uitstekende boek ‘Narcisme’ van de Oostenrijkse filosofe Isolde Charim. De stelling die zij in haar boek verdedigt komt kort hierop neer: wij leven in een samenleving waar het ‘ik’ disproportioneel belang krijgt ten nadele van het algemeen belang en van de zoektocht naar objectiviteit. Schoonheid, generositeit, altruïsme als waarden zijn de grote verliezers geworden in onze samenleving. Het is in zo’n cultuur ook niet abnormaal dat het verenigingsleven het veel moeilijker heeft… want in het verenigingsleven gaat het in principe ook om een zich soms kunnen wegcijferen voor een hoger algemeen belang. En ook levensbeschouwingen betalen een hoge prijs aan dit narcistisch met zichzelf bezig zijn en zichzelf voortdurend op de voorgrond en in de belangstelling schuiven.

Het ik is uiteraard beperkt in de mogelijkheden van zijn zelfpromotie en botst onvermijdelijk op zijn eigen tekorten, in de meeste gevallen nu al in de realiteit, maar op termijn hoe dan ook in de tijd. Dit overkomt zelfs de grootste vedette of VIP.

We leven in een tijd van selfies. Mensen kunnen blijkbaar geen foto meer nemen van de Schreeuw van Munch zonder er zichzelf schreeuwerig meteen bij te fotograferen. Men moet zichzelf kunnen in de picture zetten naast een wielerkampioen of als iemand die in de nabijheid staat van een machtig geacht politicus… De druk om op een of andere manier te ‘verschijnen’ lijkt een noodzaak om maatschappelijk nog mee te tellen en in zijn eigen ogen te bestaan. Het ‘ik denk/twijfel, dus ik ben’ is vervangen door ‘ik word gezien, dus ik ben’.

Isolde Charim ziet er terecht een van de redenen in waarom er in onze samenleving, spijt de relatieve welstand, zoveel ongelukkige mensen zijn.

Het is een van de grote taken van het middenveld en van het vernigingsleven om mensen opnieuw de prioriteit te laten ontdekken van het algemeen belang als minstens zo belangrijk als de ik-gerichtheid.

Terug