Fundamentalismen en kledij


Johan Leman, 12 februari 2023

Recent is in bepaalde kringen, o.a. naar aanleiding van Brussel  Culturele hoofdstad 2030,  ophef ontstaan omdat een dame die iedereen al altijd met een hoofddoek gezien heeft, een publieke positie kreeg in dat project. Door het Observatorium tegen de fundamentalismen en sommige (gelukkig niet veel) politici werd die dame zonder omwegen  onmiddellijk als fundamentaliste gebrandmerkt.

Hierbij heb  ik volgende bedenkingen:

  • Kledij kan gebruikt worden door sommige organisaties om lidmaatschap of sympathie met een  groep en haar ideologie te kennen te geven. Maar daarom is niet iedereen die zo’n kledingstuk draagt (bv een hoofddoek) een sympathisant van zo’n vereniging, noch wenst iemand daardoor die ideologie uit te dragen. Om het concreet te maken:  als geen enkele vrouw nog een hoofddoek mag dragen, of geen enkele man nog een baard mag hebben omdat ook sommige (zelfs niet alle!) fundamentalistische moslims dit dragen… dan moeten we hopen dat er niet te veel fundamentalismen, van welke levensbeschouwelijke aard ook, nog bijkomend in omloop zullen komen, of de niet-fundamentalisten zullen  naakt de straat op moeten.
  • Het dragen van een hoofddoek kan gewoon gebeuren omdat iemand zich daar goed bij voelt in haar buurt, of omdat iemand van zichzelf vindt dat ze mooier is met dan zonder, of omdat iemand uitdrukking wil geven aan het feit dat ze aanhangster is van een wereldbeschouwing van radicale diversiteit, of ook omdat ze gelovige moslim is en denkt dat dit door haar geloof gevraagd wordt. So what?
  • Dat sommige politici zich graag op zo’n thema’s profileren kan men nog accepteren, ook al zou men verwachten dat daar na enkele tientallen jaren wat rust in gekomen is. Maar okee, het hoort bij het politieke spel.
  • Dat men zoekt naar regels om uit te maken of sommige functies best zonder het dragen van levensbeschouwelijke kentekenen uitgeoefend worden, vind ik persoonlijk uitstekend. Zelf ben ik bv geen voorstander van het dragen van levensbeschouwelijke kentekenen in belangrijke gezagsfuncties. Maar dan gaat het om een ander discours, dit van de laïciteit. Dit discours staat los van het discours over fundamentalisme. Men kan zich perfect laïcaal gedragen en tegelijk zwaar fundamentalistisch zijn, zelfs godsdienstig fundamentalistisch.
  • Nog een andere vraag is of je met fundamentalisten in (publiek) debat gaat. Ik kan me voorstellen dat er pro en contra is, en dat de omstandigheden daarbij doorslaggevend kunnen zijn.
  • Van een Observatorium tegen de fundamentalismen verwacht ik de gave des onderscheids. Zo’n strijd tegen fundamentalismen, zeker als ze gevaarlijk kunnen zijn, vind ik heel belangrijk. Een reden om er zeer correct mee om te gaan en niet met de natte vinger en nog minder door links en rechts gemakkelijke valse insinuaties te uiten. Komaan, verbrod je eigen geloofwaardigheid niet.
Terug