Johan Leman, 11 april 2021
Het was ergens in de tweede helft van de jaren 80, vorige eeuw. Door omstandigheden was er een goed contact gekomen tussen Norbert Joris, ceo van Etap, vader van Krist’l Joris (een antropologe). Norbert Joris, onlangs overleden, had in 1981 een fondsenwerving georganiseerd om de opstart van de biculturele meertalige onderwijsprojecten van Foyer in Brussel mogelijk te maken. Eenmaal dit van de baan was, stelden we hem de vraag of het mogelijk was om een klein bedrijfje op te starten dat de tewerkstelling zou mogelijk maken van jongeren uit het toenmalige Vormingscentrum Foyer? Dit Vormingscentrum begeleidde jongeren tussen 15 en 18 jaar en ook sommige die wat ouder waren, die om diverse redenen van school afgehaakt waren. Onder bedrijf verstonden zowel Norbert Joris als Foyer een onderneming die, na opstart, op korte termijn zelfbedruipend zou zijn. Joris engageerde hiervoor een jaar lang halftijds een econoom om het project op poten te zetten: ontdekken van de relevante niche in Brussel, maar met als bijkomende voorwaarde, dat de betrokken jongeren (schoolspijbelaars, afhakenden,…) ervoor in aanmerking zouden blijven komen.
Het onderzoek leidde ertoe dat gedacht werd aan een dienst die kleine pakjes zou overbrengen van een plaats naar een andere, waarbij de jongeren gebruik zouden maken van de fiets en van het openbaar vervoer. Die pakjes zouden dan overgebracht worden bv naar apotheken enz.. Volgens Joris zat daar een toekomst in. Toen kwam de volgende fase in het onderzoek: konden die jongeren die we op het oog hadden daarvoor in aanmerking komen en welk loon zouden ze daarvoor krijgen? Na onderzoek bleek dat die jongeren dit onmogelijk rendabel zouden kunnen maken, zo niet zouden we op maatschappelijk onacceptabele toestanden terugvallen. Het project ging dus niet door. Norbert Joris had reële ervaring met ondernemen, was reëel sociaal ingesteld én wou Foyer echt in die materie helpen, anders dan met gewoon wat geld toeschuiven. Foyer heeft het nadien nog wel eens geprobeerd, in soortgelijke zin… maar toen bleek dat je op de goodwill van een vaste afnemende partner moest rekenen… en dat het dus een beetje artificieel was. Dus stopten we met die droom.
Vraag is: zijn er dan geen andere vormen van ondernemerschap mogelijk die ook authentiek sociaal ondernemerschap kunnen genoemd worden. Als ik het correct inschat, zou ik het huidige MolenGeek een geslaagde en in alle geval interessante poging tot sociaal ondernemerschap durven noemen, al komt daar toch een deel subsidiëring bij kijken. Maar spijt die subsidiëring zou ik niettemin een geslaagde poging van sociaal ondernemerschap noemen: een realistische niche + up-to-date vormingsaanbod, complementair aan wat al bestaat, en voor een publiek dat anders waarschijnlijk vaak de trein zou missen, én met een duidelijke zowel sociale als technische componente. En er zijn modellen die dat benaderen, zoals Makx uit Anderlecht wat door zijn vormend karakter de overstap naar ondernemerschap kan stimuleren. Er zullen er ongetwijfeld nog andere zijn.
Waar ik het echter moeilijk mee heb, is met de benaming “sociaal ondernemerschap” voor iets wat fundamenteel en soms zelfs meer dan het klassieke middenveld op subsidies en financiering van buiten uit aangewezen is. (Vergeet niet dat het klassieke middenveld soms uit zichzelf middelen genereerde en genereert voor zijn werking, want de vzw-werking, zeker de huidige, laat dit toe.) En een constructie waarbij satelliet-vennootschappen continu en bijna voor 100% gevoed worden door vzw’s die daarvoor de subsidies vzw-gewijs aantrekken kan men toch moeilijk sociaal ondernemerschap noemen? Het consultancy bureau dat dit als model aangeprezen heeft, is misschien gespecialiseerd in het opzetten van fake constructies, maar heeft noch het authentieke ondernemerschap noch het middenveld een dienst bewezen. Het misbruik stond in de sterren geschreven.
Terug