De kunstenaar als bondgenoot van het sociaal(-cultureel) werk


Johan Leman, 31 december 2021

Een eerste iets dat me uit mijn lang verblijf in het sociaal(-cultureel) werk bijblijft, is dat schoonheid op zich een grote educatieve waarde heeft. Iets wat mooi is, blijft meestal gerespecteerd, wie ook de bezoekers mogen zijn. Dit geldt ook voor kunst die men in een ontmoetingszaal of in het jeugdwerk binnen brengt. Ooit liet Willem Vermandere twee grote houten sculpturen achter op Foyer. Ze vonden hun weg naar het jeugdhuis en naar de vrouwenwerking. In al die jaren werd niet de minste schram aangebracht aan beide werken.

Een tweede iets dat tijdens het sociaal werk opvalt, is dat een kunstwerk erin slaagt om zonder woorden een ruimer perspectief te creëren. Er komt iets imaginair-globaal binnen in een ruimte die anders zeer lokaal blijft. De bezoeker voelt zich doorverwezen en soms zelfs opgenomen in een ruimte die het lokale ver overstijgt zonder daarom de intimiteit en nabijheid van het lokale te verliezen. . Ooit werkte Guy Cassiers tot twee maal toe een theater uit met kinderen uit het biculturele onderwijs. 35 jaar later spreken die acteurtjes van vroeger er nu nog over. Vele jaren later deed Kris Kaerts het over met Roma jongeren. Ook dit werd reëel empowerment.

Afhankelijk ook van de kunsttak, is kunst in het sociaal-cultureel werk, ofwel door het iconisch gegeven dat het binnenbrengt ofwel door de ‘mood’ die ze creëert of bevordert, solidariteit ondersteunend. (Muziek, dans, fotografie,…)

En een laatste punt dat opvalt, is dat kunst een structurerend potentieel bevat. Doordat kunst vaak een realiserende betekenis heeft, kan kunst helpen om iets sterk te verduidelijken. Structuur ondersteunen en mood creëren, dit is wat de werken van Peter Buggenhout, Willem Boel, Charif Benhelima, Ermias Kifleyesus, Elia Li Gioi en anderen doen in het zeer participatieve MigratieMuseumMigration.

Er is kunst en kunst, ik weet het, er is zeer toegankelijke en minder toegankelijke kunst. Het verdient een ruimer debat. Maar ik denk dat kunst een te weinig aanwezig gegeven is in het sociaal(-cultureel) werk. (Er zijn notoire uitzonderingen, ik weet het.) Wellicht zou ook de kunstenaar zelf meer dan nu het geval is, moeten nadenken over hoe h/zij de kunst op het sociaal(-culturele) werk kan betrekken, met aandacht vooral ook voor diegenen die zich door zijn/haar kunst niet aangesproken voelen, want te weinig aangenaam, misschien soms te conceptueel. Ook dit is een van de lessen die we wellicht van de pandemie moeten leren, zowel van de kant van de kunstenaar als van het sociaal(-culturele) werk.

Terug