Johan Leman, 21 november 2024
Uit recente gesprekken met meerdere politie-inspecteurs leer ik dat men in Brussel ervan uitgaat dat de politie meer nog dan vandaag grootschaliger en cross-gemeentelijk zal moeten georganiseerd worden. Tegelijk is er het pleidooi voor meer nabijheidspolitie. De hele vraag is natuurlijk hoe je beide met elkaar verzoent?
Hoe kan je minder politie hebben die zich tot één wijk of één zone beperkt en die zich dus meer mobiel over veel gemeenten beweegt en tegelijk als korps beter functioneren in het kader van een gewenste nabijheidspolitie?
Enerzijds vragen de bewoners om meer wijkagenten, maar anderzijds wil men evolueren naar meer cross-gemeentelijke mobiliteit?
Voor beide bewegingen is iets te zeggen. Maar ik vrees dat het verdwijnen van de wijkagenten (- wat grotendeels een realiteit is), nu al een leegte en afstand gecreëerd heeft tussen de burger en de politie. Dit zou zich met nog minder wijkagenten op straat, kunnen wreken door een minder goede doorstroming van concrete informatie naar de politie toe en minder vertrouwelijkheid in sommige wijken met de aanwezigheid van mensen in uniform (met mogelijks meer agressie als gevolg).
Hopelijk wordt een politiehervorming niet iets dat enkel maar hiërarchisch vanachter bureaus uitgetekend wordt, maar waarbij concrete politiemensen op het terrein (die allen hun specifieke aandachtpunten hebben) betrokken worden.
Terug