Integratiebeleid jaren 90: terugblik, waarom facilitering van de nationaliteitsverwerving?


Johan Leman, 16 april 2025

Waarom werd de nationaliteitsverwerving de belangrijkste beleidsmaatregel die het KCM in zijn novemberrapport van 1989 voorstelde? Redenen: 1. Mevr. D’Hondt wou prioritair vooral maatregelen voorstellen die op federaal niveau via een meerderheidsstemming in het parlement haalbaar waren (- het is de tijd van de beginnende Staatshervorming en Communautarisering) en die geen speciale financiële kosten meebrachten. 2. De fundamentele boodschap zowel voor niet-migranten als migranten moest zijn: die mensen blijven. 3. Maatregelen moesten participatie-bevorderend zijn.

Gevolg: het debat over gemeentelijk stemrecht werd zelfs niet geopend, want daarvoor moest eerst de Grondwet met twee derden meerderheid gewijzigd worden. Dit maakte toen geen enkele kans. Een vlottere nationaliteitsverwerving had overigens een goed draagvlak. Het probleem was enkel: quid dubbele nationaliteit? Er werd voor de mogelijkheid van het hebben van een dubbele nationaliteit gekozen. Er waren argumenten voor en tegen. Ik ga er hier niet op in.

Die nationaliteitsverwerving is ten tijde van  het CGKR tussen 1983  en 1990  meermaals bijgestuurd. De snel-Belg wet is echter niet te wijten aan een voorstel van het CGKR. Ik herinner me dat men dit op het CGKR te snel vond gaan. De facilitering werd te groot. Dit is nadien terecht gecorrigeerd.

Als men weet dat de nationaliteitsverwerving vroeger gemiddeld per jaar 9000 ‘nieuwe Belgen’ creëerde, én als men rekening houdt met een normale curve van aangroei die er altijd is, dan moet men zich realiseren dat de ingreep uit 1989 ca 900.000 ‘nieuwe Belgen’ gecreëerd heeft: mensen die anders niet-Belgen zouden gebleven zijn. Men is van 9.000 à 10.000 nieuwe Belgen per jaar (- toestand in de jaren 80), naar een gemiddelde geëvolueerd van 20.000 à 30.000 per jaar in de jaren 90. Nadien is het nog gaan toenemen. In 2023 spreekt men van 55.2013. Bijna 1 miljoen nieuwe Belgen… met rechten en plichten, en waarvan een ruime meerderheid het op korte termijn zeer goed doet. Wie kan dit – zoals sommigen doen – een totaal mislukte integratie noemen? Dit is toch niet zo slecht? Kan je je voorstellen wat dit vandaag zou betekenen, mocht die maatregel er toen niet gekomen zijn?

Let wel: die aantallen zijn het resultaat van een combinatie van meerdere procedures: de nationaliteitstoekenning (d.i. hier geboren zijn uit een ouder met Belgische nationaliteit) en de nationaliteitsverkrijging, en deze laatste kent 3 pistes: de nationaliteitsverklaring, de nationaliteitskeuze en de naturalisatie. In sommige Europese landen is men daar nog lang niet aan toe…

PS. Zie Leman, J. (2025). Memoires inzake integratiebeleid 1989-2003. Brussel, Foyer.

Terug