Wat verstaan we onder populisme? Volgens Cas Mudde is populisme een dunne ideologie, die de maatschappij vijandig opgedeeld ziet in een zuiver ‘volk’ en een ‘corrupte culturele en intellectuele elite’. De populist vindt dat ‘het volk’, en niet langer ‘de elite’ zijn stempel moet kunnen drukken op de politiek. Mudde noemt die ideologie dun, omdat de inhoud ervan een zeer mager beestje is.

Populisme is vandaag zeer aanwezig in het Westen. Het laat zich vooral voeden door gevoelens van angst. Angst voor de migratie, angst voor de ander, angst voor de klimaatsverandering,… Kortom: alles wat op verandering wijst, kan bron van angst worden. Migratie en inclusie zijn bij uitstek terreinen die zich lenen tot een populistische benadering.

“Hope makes vote,” zei Jesse Jackson, voormalige kandidaat voor het presidentschap in de US me ooit toen ik nog op het CGKR werkte.  Je moet populisme trachten te keren door mensen een positief perspectief te bieden. Nu zijn daar 2 wegen in te bewandelen: een enorme belofte te doen voor iets positief waarvan je weet dat je het niet tijdens een volgende legislatuur kan realiseren, ofwel een heel realistisch meervoudig positief programma voorstellen dat realiseerbaar is. Die tweede optie lijkt me op termijn de betere formule, maar vraagt goede dossierkennis. Of misschien moet je de twee combineren. Hoe dan ook, zeer concrete hoop…daar gaat het om.

Een maand geleden is Paul Steels overleden. Foyer des Jeunes is ontstaan in 1969 in de Brusselse Noordwijk. Foyer des Jeunes is een jeugdhuiswerking die nu  nog steeds behoort tot de Foyer cluster. Die jeugdwerking had van meet af aan bijzonder veel impact. In 1972 leidde de werking tot een echt jeugdhuis. In 1974 verhuisde Foyer des Jeunes – samen met heel wat bewoners uit de Noordwijk – naar Sint-Jans Molenbeek. De verhuis gebeurde onder invloed van de verdringingsacties onder impuls van enkele bouwpromotoren:  de toenmalige huizen in de Noordwijk moesten worden gesloopt en er moest plaats worden gemaakt voor megalomane kantoor-nieuwbouw.

De aantallen van de  jongeren die toen in de tweede helft van de jaren 70 dagelijks de Foyer des Jeunes bezochten, waren duizelingwekkend. Het ging dagelijks om meerdere honderden tegelijk. Ik kan dit echt getuigen, als iemand die toen nog niets met Foyer te maken had. Je moet het zo zien: de Foyer was toen het enige jeugdhuis in Molenbeek en omstreken en Foyer was 7 dagen op 7 open, voor iedereen. Er was een kleine zoo met heuse leeuw, een filmzaal (met Tarzan, Laurel and Hardy, Charlie…), een kinderbibliotheek, kickers, een restaurant (met frites, soep en een ei) en een naschoolse begeleiding. Voor de meeste jongeren was Foyer hun foyer, hun thuis. Ik ben er nog altijd over verbaasd met hoeveel emotie en sympathie vijftigers en zestigers in Molenbeek  vandaag over hun Foyer vertellen. Zijn hoogtepunt beleefde Paul Steels toen koning Boudewijn eind jaren 70, op aanbeveling van toenmalig Staatssecretaris Vic Anciaux, anoniem de Foyer des Jeunes bezocht, een bezoek dat enkele jaren later overgedaan werd door koning Albert.

Eind jaren 70, na tien jaar hard werken, liet de gezondheid van Paul Steels het niet meer toe om bij Foyer te blijven. Er kwam een nieuwe directie en een reorganisatie. In 1981 werd Foyer des Jeunes geïntegreerd in een ruimere cluster, met een Franstalig en een Nederlandstalig luik, met een vrouwenwerking en een sociale dienst, met elkaar samenwerkend onder de noemer Foyer. Vanaf de jaren 80 zouden de projecten elkaar opvolgen. De Foyer volgt de ontwikkelingen in de samenleving en past zich aan, zonder schrik om te pionieren.

Het is correct om dankbaar de heel bijzondere plaats van Paul Steels (03.10.37-27.07.22) te belichten binnen het geheel van het Foyer verhaal, in casu de eerste 10 van de ondertussen meer dan 50 jaar.

Onder pseudoniem Etty Mansour publiceerde een jonge Franse auteur (dame), na 5 jaar onderzoek “Convoyeur de la Mort” (Paris: Equateurs Littérature, août 2021, 569 p.). Zich baserend op gesprekken, vooral met de voormalige verloofde van Salah Abdeslam en met een voormalige bevriende leerkracht van hem, tracht Etty Mansour, een jonge vrouw, te begrijpen wat Salah Abdeslam aangezet heeft om deel te nemen aan de jihadistische slachtpartij in Parijs eind 2015. Uit het boek komt een immature  jongeman te voorschijn die vooral beïnvloed werd door Abdelhamid Abaaoud en door Salah’s broer, Brahim. De in het boek gebruikte namen van de getuigen, dus ook van de verloofde (in het boek: Nour) en van zijn vroegere vriend-leraar, zijn pseudoniemen, wat begrijpelijk is. Bij de interpretatie van wat men uit het boek leert, wordt men natuurlijk verondersteld aan te nemen dat de auteur deze mensen allemaal correct citeert.

Enkele feiten:

Salah verlooft zich met Nour in april 2010. (p. 87)

In 2011 moet hij echter een maand naar de gevangenis. “Salah a été licencié de la STIB en 2011 pour absences injustifiées. Il était alors en prison suite au braquage d’un garage automobile avec Abdelhamid Abaaoud . Unique mention à son casier judiciaire relevée au jour des attentats. » (p. 65) Er liggen 4 jaar tussen deze « braquage » en de aanslagen in Parijs. Er zit wel een kort verblijf van 28 dagen tussen in de gevangenis. Abaaoud zat er langer.

Volgend op die gevangenis en Salah’s werkloosheid, zien de ouders van Nour zien het niet meer zitten dat Salah en Nour zouden huwen. Nour en Salah blijven echter verliefd op elkaar. De weerstand van de ouders van Nour neemt met de jaren echter eerder toe dan af.

Na meerdere hoofdstukken en gesprekken, besluit Etty Mansour in een hoofdstuk onder de titel “Dualité”: Wie is Salah in het concrete leven?

“Terroriste islamiste et danseur le samedi soir au Carré, la boîte de Willebroek, avec sa piste de danse à étages. Terroriste et cambrioleur raté d’un garage automobile. (…) Terroriste empli de haine pour la France, ayant pourtant des ancêtres rifains d’Algérie considérés comme les suppôts des colons français. Terroriste habillé comme un collégien anglais. (…) Terroriste et chômeur à la suite de son passage en prison. » Tegelijk beseft Salah dat hij niet met zijn geliefde zal kunnen huwen, « princesse qu’il admire pour sa beauté… et qu’il trompe régulièrement.”

Ik ben kort. Het boek telt meer dan 500 bladzijden. Maar aan het eind stelt men zich toch de vraag: is het denkbaar dat Salah zo lucide en correct is, dat hij meer dan 5 jaar na de feiten een correcte versie zal en zelfs kan geven van wat hem precies bewogen heeft om de aanslagen te plegen? Kan zo’n getuigenis nog iets anders zijn dan een tribune die de IS-ideologie voor zichzelf creëert (via mede-companen in de gevangenis) om haar perverse ideologie éénduidig via zo’n innerlijk verwarde geest rond te bazuinen? En ik schrijf dit echt niet om voor verzachtende omstandigheden te pleiten. Daarvoor zijn de feiten veel te erg en veel te onaanvaardbaar geweest. Maar diegenen die zeggen dat dit een tribune wordt voor de IS ideologie en niet om Salah te begrijpen, zouden wel eens gelijk kunnen hebben.

Op 25 oktober brengen wij op museum MMM een podcast met de auteur van Convoyeur de la Mort, dus met Etty Mansour.