Uit de reeks: getuigenissen van interculturele bemiddelaars


12 janvier 2024

Het verhaal van Shaila

Een Urdusprekend intercultureel bemiddelaar vertelt: 

Er kwam een oproep binnen met de vraag naar een interventie voor Shaila, een Pakistaanse mama met vier kinderen die relatief geïsoleerd leefde in Brussel. Samen met de maatschappelijk werker van het CLB ging ik op huisbezoek. De maatschappelijk werker was al eerder bij de familie aan huis geweest, omdat er toch heel wat problemen vastgesteld waren bij de kinderen. Het CLB wilde graag weten hoe de situatie thuis was. Bij het eerste huisbezoek had de zoon nog voor de vertaling gezorgd, maar de maatschappelijk werker vertelde me dat ze toen de indruk had dat hij niet alles vertaalde.

Geen van beide ouders kwam ooit naar oudercontacten of infomomenten op school. De woning die we te zien kregen, was erg armoedig: de kinderen sliepen gewoon op matrassen; er was nauwelijks meubilair en we zagen sporen van ernstige vochtproblemen. Shaila vertelde dat ze gezondheidsproblemen had en vaak ziek was. De man van Shaila was inmiddels elders gaan wonen, maar kwam wel nog af en toe de kinderen bezoeken. In Pakistan hadden ze een zoon verloren bij een verkeersongeval.

Tot dan toe was hun situatie in feite altijd onstabiel geweest: ze waren vaak teruggekeerd naar Pakistan, om het land dan na verloop van tijd toch weer te verlaten. Shaila had na verloop van tijd genoeg van dit onzekere bestaan, maar voelde zich machteloos. Haar dochter had een misvorming aan de nek en toen de maatschappelijk werker hierop doorvroeg vertelde Shaila dat dit het gevolg was van een ongeluk bij de geboorte. Ze had verschillende pogingen gedaan om haar dochter te laten onderzoeken, maar ze sprak de taal niet en vond de weg niet naar de juiste hulp.

De vader nam het probleem van het meisje ook niet echt ernstig, zei ze. De maatschappelijk werker verzekerde Shaila dat ze het samen met de Dienst ICB zou oplossen. Ze maakte een afspraak bij de dokter van het CLB, die het kind na onderzoek doorverwees naar een pediater in het kinderziekenhuis.

Er volgden veel afspraken en uiteindelijk een operatie, waarna het meisje nog verder moest worden opgevolgd door een oogarts en een kinesist. Ik ging telkens mee voor zowel taalbijstand als morele ondersteuning van moeder en dochter. 

Deze casus heeft mij echt geraakt, omdat ik zelf een turbulente kindertijd heb gehad. Het was een blik in de spiegel. Ook mijn ouders hadden het moeilijk met het leven in België en keerden telkens terug. Dat maakte dat ik mij steeds weer moest aanpassen aan een nieuwe omgeving. Ik miste de school, de vrienden en leerkrachten en moest bij elke terugkeer opnieuw beginnen. Wat doet het met een kind als het voortdurend heen en weer verhuist tussen twee werelden? Het maakt hem of haar sterk – maar tegelijk ook kwetsbaar.

Retour